Op deze website vindt u het volledige programma voor het cultuurseizoen 2016 – 2017.
Op deze website vindt u het volledige programma voor het cultuurseizoen 2016 – 2017.
Het Mokkelengoor is thans een 44 hectare groot natuurgebied. Staatsbosbeheer is de eigenaar van dit niet opengestelde moerasreservaat. Het gebied bestaat uit een verland ven, gelegen in een laagte van het dekzandlandschap. Deze laagte is een pingoruïne uit de laatste ijstijd.
Voordat de Landinrichting Enter tot uitvoering kwam, was het Mokkelengoor een natuurreservaat kleiner dan 10 hectare. Volgens de toen geldende regels was het te klein om als natuurreservaat behouden te blijven. Het Mokkelengoor is echter een unieke plek in het gebied. Er komt daar namelijk voedselarm, kalkhoudend kwelwater naar boven. Hierdoor komen in het Mokkelengoor zeldzame kalk minnende planten voor zoals het Melkviooltje en Moeraskartelblad. Verder kan men ransuilen aantreffen en in het najaar genieten van enorme spreeuwenwolken boven het Mokkelengoor wanneer het schemerig wordt. In het kader van de Doorbraak is het gebied uitgebreid tot 44 hectare.
Meer weten
Pingoruïne
Het Mokkelengoor is een ‘pingoruïne’. Pingoruïnes zijn de overblijfselen van een pingo toen het ijs in de ondergrond smolt.
Een ‘pingo’ ontstond 50.000 jaar geleden. Het grondwater bevroor en zo kon er een ‘ijslens’ in de permafrost ontstaan. Deze ‘ijslens’ duwde de bodem van de toendra omhoog en zo ontstond er een heuvel, een ‘pingo’. Een pingo kon wel 20 m hoog worden. Uiteindelijk werd het klimaat warmer en begon het ijs te smelten. De heuvel scheurde en stortte in. Er ontstond een ringvormige krater die werd opgevuld met smeltwater. Dit meertje kon vervolgens in een warmere tijd weer opgevuld worden met organisch materiaal als gevolg van plantengroei. In de loop der tijd vormde zich uit dit organisch materiaal veen. Later werd dat veen er door de mens uitgehaald om te gebruiken als brandstof. Hierdoor werd de vorm van de pingo’s weer zichtbaar als ronde meertjes in het landschap. In Nederland vinden we pingoruïnes voornamelijk in het noorden (Drenthe) en het oosten van het land. Het Uddelermeer op de Veluwe is een goed voorbeeld van een pingoruïne.
.
Grimberg
De naam van kasteel De Grimberg dateert al uit 1297. Het was een boerderij die tot een forse vesting uitgroeide. De oude toegangspijlers en de naam van de straat herinneren nog aan de voormalige havezate. Het grachtencomplex met een binnen-gracht en een dubbele buiten-gracht is nog redelijk intact. Het ligt verscholen tussen oude beuken en eiken in afwisseling met rododendron en hulst. In het voorjaar zorgen krentenboompjes voor witte linten in het landschap.
Meer weten
Het gebied De Grimberg ontleent zijn naam aan een kasteel dat hier vele eeuwen het landschap bepaalde. Al ten tijde van Karel de Grote lagen rond de Grimbergeres (van oorsprong een stuifwal van de iets verderop stromende Regge) twee hoeven.
Een ervan groeide op die strategische plek uit tot een Motteburcht, een woontoren op een kunstmatige heuvel (bij gebrek aan een natuurlijke berg). Ene heer Grimberg ging in 1141 in het leger van graaf Dirk VI mee op kruistocht. Nadien werd de Motteburcht een heuse havezathe, met meters dikke muren. Op het hoogtepunt, toen een familie van Voorst tot Grimberg eigenaar was, behoorden acht omliggende erven tot het landgoed.
Het project “Follies aan zee” kwam tot stand uit de brainstormsessies van vertegenwoordigers uit de Wierdense kunstwereld en de gemeente Wierden, de zgn. “Kunstlunch”.
Een drietal jaren (2014-2016) is er een ontwerpwedstrijd uitgeschreven onder architectuur-opleidingen. De winnaars kregen een bedrag om hun ontwerp op Het Lageveld te realiseren.
Zo zijn er bij Het Lageveld zes follies verschenen. Follies zijn bijzondere en excentrieke bouwwerken die vooral een lust voor het oog zijn. Ze hebben verder geen functie. Het is alleen bedoeld als decoratie. De constructie en het ontwerp zijn bewust excentriek.
Op het moment dat de veiligheid in het geding komt, bijvoorbeeld door rottend hout, moet de betreffende follie helaas verdwijnen.
Op dit moment sieren nog drie follies het recreatiegebied:
– “Zuid West Wierden” (ZWW) van Sjouke Siersema uit 2015
– “De Spin” van Don Hoppenbrouwer uit 2016
– “In – Out” van Mari Baauw uit 2016 (hij was ook betrokken bij het mozaïek in de Fedor van Kregtentunnel).
.
Schaapskooi Hoge Hexel – Skoap’nskot
Rijksmonument
(schaapskooihogehexel.nl)
Rond 1800 werd op het Erve Berends in Hoge Hexel een met stro gedekte schaapskooi gebouwd. Kenmerkend aan deze schaapskooi zijn de wanden die aan de buitenzijde met aarde zijn aangevuld. In deze aarden wallen staan de houten schoorpalen die de kapconstructie zijdelings steunen. Op de verdiepte bodem van de schaapskooi werden afgestoken heideplaggen met de mest van de schapen afgewisseld. De plaggen deden dienst als een soort stro. Met deze menging van heideplaggen en mest maakte de boer na de winter de rond het erf liggende schrale akkers op de essen vruchtbaar. Tot 1923 bezat Erve Berends 120 schapen. Na de komst van de kunstmest heeft de schaapskooi zijn functie als potstal verloren.
Meer weten
Deze oude monumentale schaapskooi werd in 2005 door de Stichting Cultureel Erfgoed Hoge Hexel afgebroken en in authentieke stijl herbouwd. Naast het herstel als Rijksmonument, is de schaapskooi ingericht als onbemand toeristisch informatiepunt. Het achterste deel blijft voor de schapen die onlosmakelijk met de schaapskooi verbonden zijn en hier hun onderdak houden. De multifunctionele ruimte is te huur voor vergaderingen en trouwerijen.
Voormalig lijkwagenhuisje
Aan de Oude Schoolweg ligt het voormalige lijkwagenhuisje. Vanuit de “Noaberplicht” helpen buurtbewoners (noabers) in Twente elkaar bij rouw en trouw. In dit huisje stonden de lijkkoetsen gestald. De bewoners van de kom van Hoge Hexel gebruikten de koetsen bij begrafenissen.
Buitenverblijf Den Vossenbosch
Gemeentelijk monument
(www.landgoeddenvossenbosch.nl)
In de tijd dat de textielindustrie floreerde in Twente had vrijwel elke textielfamilie een buitenverblijf. Landgoed Den Vossenbosch was het buitenverblijf van de familie Scholten die het in 1919 lieten bouwen. Het landgoed ligt te midden van bossen en voormalige woeste gronden waar vroeger vermoedelijk veel vossen voorkwamen. De familie Scholten kwam rond het jachtseizoen met andere textielfamilies bij elkaar op het landgoed. Alle ornamenten van het huis werden afgestemd op de omgeving. Zo werden op het toegangshek grote, koperen vossen aangebracht en liet de familie Scholten bijpassende toegangslampen met vossen erop maken.
De parkachtige omgeving met aangelegde lanen is ontworpen en aangelegd door landschapsarchitect Leonard Anthonij Springer (1855-1940). Hij liet de vijver op het landgoed met de hand uitgraven waarna het vrijgekomen zand werd gebruikt om een hogere ligging voor de woning te realiseren. Hierdoor reikte het uitzicht vanaf het landhuis veel verder dan normaal.
Monument Vossenbosch
De eerste bewoners van dit barakkenkamp waren werklozen die n.a.v. het arbeidsverschaffingsbeleid van de Nederlandse regering in de jaren dertig van de 20e eeuw daar te werk werden gesteld t.b.v. de ontginning van het Wierdense Veld. In 1940 werden er Nederlanders gelegerd in het kader van de Nederlandse Arbeids Dienst (NAD) en in 1945 Duitse militairen belast met de verdediging van Wierden. Na de bevrijding kwamen er Franse militairen op doorreis en Canadese soldaten van het Algonquin Regiment (de bevrijders van Wierden).
Vanwege politieke problemen die ontstonden in de nasleep van de onafhankelijkheid van Indonesië werden de KNIL-militairen en hun gezinnen getransporteerd naar Nederland.
Medio mei 1951 kwamen de eerste Ambonezen, zoals ze toen genoemd werden, aan in Wierden. Zij namen intrek in de inmiddels flink opgeknapte barakken van het kamp ‘De Vossenbosch’. De verwachting en belofte was dat hun verblijf hier tijdelijk zou zijn. Hiervan getuigden ook de koffers, die bij elk gezin klaar stonden voor terugkeer naar de Molukken.
Tijdelijk werd echter permanent. Het woonoord Vossenbosch bleef bestaan tot het in 1975 na een gerechtelijke uitspraak werd ontruimd.
De planning is dat op 15 mei 2021 een herinneringsmonument onthuld wordt. Het monument dat herinnert aan het woonoord Vossenbosch is van de hand van ontwerper Okke Weerstand (www.okkeweerstand.nl).
Meer weten
“Op deze plaats was vroeger het Molukse woonoord Vossenbosch en nu herinnert niets daar meer aan”, was de gedachte. Zo ontstond het plan om het herinneringsmonument tot stand te brengen.
De ‘Stichting Monument Vossenbosch’ werd opgericht en ging aan de slag om te komen tot dit monument èn een zgn. educatielijn om de geschiedenis van de Molukse gemeenschap in Wierden levend te houden.
Al werkend aan dit doel kwam al snel het besef dat deze plaats nog veel meer historie in zich verenigt. Voordat het een Moluks woonoord werd, was het een werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst. Vele jaren daarvoor waren er op deze plaats al bewoners. Daarvan getuigen de bronstijdgrafheuvels die dateren uit de periode 2000 – 800 v. Chr.
op de hoek Oude Zwolseweg en Bruine Hoopsweg.
Archeologisch monument
In Hoge Hexel resteren er nog zo’n vier grafheuvels. Het is een schamel restant van een groot grafveld van enige tientallen grafheuvels, daterend uit 1500-1000 jaar voor Chr. Het geheel is ten offer gevallen aan de ruilverkaveling. Wat er nog restte, werd door agrarische activiteiten geëgaliseerd.
Gelukkig ligt er nog een klein aantal in het bos bij de manege en in de tuin van het Landgoed Den Vossenbosch. Ook op het landgoed De Barkel liggen enkele grafheuvels.
Meer weten
In de archeologie wordt een dergelijk graf een ‘schachtgraf’ genoemd.
Het lichaam werd met stenen afgedekt. Dit is een ‘steenkistpakking’. Het graf is ca. 1.50 m lang en 0.75 m breed. Er zijn asresten gevonden, maar geen verdere bijgiften.
.
Het landgoed en de omgeving bevat veel cultuurhistorische elementen, sterker nog: archeologische plekken die als rijksmonument zijn aangemerkt. Er zijn o.a. grafheuvels uit de IJzertijd en uit de vroege Steentijd. Het landgoed heeft als boerenhoeve een geschiedenis die teruggaat tot de vroege 15e eeuw: 1410.
De oude Bentheimer waterput stamt uit de 17e eeuw. De boerenhoeve was in de vroege Middeleeuwen twee eeuwen lang een kloosterboerderij en later twee eeuwen lang een pachtboerderij van de textielfabrikanten Ten Cate. De familie Boom heeft het in 1906 gekocht van Ten Cate.
Het Rustpunt “Pleisterplaats De Barkel” heeft een informatie-/expositieruimte voor ca. 20 personen, een keuken en een toiletgroep. Buiten zijn er diverse terrasjes. Met de aanwezige multimedia is het mogelijk presentaties en films te bekijken. Ook is er een historische tuin met o.a. oude graansoorten en een reconstructie van grafheuvels uit de Steentijd en IJzertijd.
.
Deze auto- en fietstunnel onder de spoorlijn is genoemd naar onderwijzer en kunstschilder Fedor van Kregten (1871-1937). De tunnel is gebouwd om de bereikbaarheid van het centrum van Wierden te verbeteren met Wierden Noord.
Twee van zijn kunstwerken, geïnspireerd op het Notterse landschap, zijn terug te zien in de mozaïeken in de tunnel.
Architect Mari Baauw is er fantastisch in geslaagd om met ca. 42.000 tegels (ca. 1400 m2) aan de ene zijde van de tunnel een schilderij van drie koeien langs een waterpartij uit te beelden. Aan de andere zijde staan twee jonge roodbruine kalfjes en een knotwilg. Fedor van Kregten (1871-1937) woonde en werkte een groot deel van zijn leven in de buurtschap Notter bij Wierden. In de stijl van de Haagse School schilderde Fedor van Kregten zijn landschappen, waarin veelvuldig koeien en schapen voorkomen. In de kern Notter/Zuna slingert de Van Kregtenweg door het onveranderde coulisselandschap. Weg en landschap houden de herinnering aan de schilder levend.
Fedor van Kregten
De vader van Fedor van Kregten was de ‘bovenmeester’ van de lagere school in Notter. Fedor zelf was voorbestemd om ook het onderwijs in te gaan, maar koos voor zijn roeping, de kunst.
Fedor van Kregten (autodidact) liet zich inspireren door de natuur. Van Kregten schilderde in de traditie van de Haagse School; hij speelde met het licht. Fedor leefde met de koeien omwille van de kunst. Hij koos het isolement, waardoor hij als schilder niet op waarde is geschat.
Naast landschappen schilderde hij ook portretten.
In 1905 vertrok van Kregten naar Den Haag. Hier schilderde hij Hollandse landschappen en duinlandschappen. Dieren zijn in deze periode minder belangrijk.
In de jaren twintig van de vorige eeuw maakte hij een lange reis naar Marokko en Spanje. Zijn schildertoets veranderde; het licht en beeld werden anders. Hij durfde steeds meer weg te laten.
De laatste jaren van zijn leven was hij eenzaam en ongelukkig, maar zijn schilderijen wonnen aan kracht. Donkere kleuren, verwelkende bloemen, oude en eenzame dieren kenmerken zijn schilderijen dan. Ze laten veel zien van sterfelijkheid en vereenzaming en maken de vergankelijkheid van de dingen nadrukkelijk voelbaar.
In 2008 organiseerde een groep enthousiaste vrijwilligers een unieke expositie over het werk van Fedor van Kregten in het dorp Wierden. De schilderijen werden op verschillende ongebruikelijke locaties in het dorp getoond. In deze tijd kwam er ook een boek uit over de schilder: ‘Fedor van Kregten, Meester der beesten’. Er was een educatief programma voor de basisscholen en kunsthistorici gaven lezingen. De drijvende kracht achter de expositie was Gerrit Wassink. Het boek is geschreven door Han Pape.
.
Aan de Haarboersweg in Hoge Hexel is op het landgoed ‘De Dannenkamp’ een bijzonder stuk nieuwe natuur gerealiseerd. De heer Tilanus transformeert sinds 2004 voormalig grasland en maïsvelden naar nieuwe natuur. Zo’n 3 ha van dit landgoed is ontgrond, verschraald en vernat. Hier groeit nu klokjesgentiaan, parnassia en het duizendguldenkruid.
Bij het bankje aan de rechterzijde van de 3e Lageveldsweg, vindt u toegang tot dit nieuwe, kwetsbare natuurgebied. Verderop ligt een vogelbosje van 1 ha.
De inheemse besdragende struiken en het berken- en grove-dennenbos ontwikkelen zich inmiddels tot een aantrekkelijk gebied. Een prikbosje van 0,5 ha. met sleedoorn en meidoorn zorgt voor veiligheid en voedsel voor veel kleine dieren.
Het gevelmozaïek van de Enschedeër Hans Morselt staat op de zijgevel van een pand op het vernieuwde Stationsplein. Dit kunstwerk, getiteld ‘Vervoer’, komt uit het voormalig Wierdense postkantoor. Door de inzet van de Historische Kring Wierden is Morselts creatie bewaard gebleven.
Het kunstwerk van de in 2014 overleden Enschedeër toont een ruiter te paard, een automobilist, een argonaut (figuur uit de Griekse mythologie) en een motorrijder. Zijn abstract-directe uitvoering, in een strakhoekige stijl, past goed bij de naoorlogse periode van de wederopbouw destijds.
Kunstenaar Jan Aanstoot (https://aanstoot.net/werk/) maakte in 2001 dit silhouet van de befaamde Wierdense Revue. Het kunstwerk waarop ‘Graads, Dika, Hennik en Moo’ staan, hing eerder bij de gesloopte muziekkoepel in het dorpshart van Wierden. Bijna jaarlijks bracht het gezelschap een nieuwe revue op de planken met veel succes, zelfs ver buiten de regio.
aan Grimbergerweg
Begin jaren zestig van de vorige eeuw rezen overal in Nederland diepvrieshuisjes als paddenstoelen uit de grond. Huisslachting was in die tijd nog algemeen gebruik. Kleine diepvriezers zoals wij die nu kennen waren toen nog niet te koop. De initiatiefnemers voor dit diepvrieshuisjes waren Johan Nollen en Berend Jan Vinkers.
In het huisje stonden twee rijen kluizen opgesteld die verbonden waren met een centraal koelsysteem. Bijna alle buurtbewoners deden mee en huurden één of twee kluizen. Door de komst van de kleine diepvriezers werden de diepvrieshuisjes al vrij snel overbodig.
Graffiti Station Wierden
In mei 2019 maakten vijf jongeren een graffiti kunstwerk op het perron van het station Wierden. O.l.v. graffiti-kunstenaar Reinier Ganzevoort mochten de kinderen hun eigen ontwerp spuiten op een lage muur richting de lift.
Het initiatief voor dit kunstwerk was een samenwerking van Stichting de Welle, Gemeente Wierden, Pro-Rail en NS. Stichting de Welle schreef een ontwerpwedstrijd uit voor jongeren tussen de 11 en 14 jaar. Het thema was spoor, treinen en Wierden. Er reageerden 144 kinderen.
De jongeren spoten onder meer een knalgele NS-trein en een lichtblauwe Keolis-trein die samenkomen in het wapen van de gemeente Wierden. Op een andere muur werd het wapen van de gemeente Wierden omringd door korenhalmen groot afgebeeld. Ook werden er reizigers afgebeeld, omdat Wierden een doorreisstation is richting Deventer, Zwolle en Enschede.
In de van Buurenstee bevindt zich Galerie Groot’n Jans (www.galeriegrootnjans.nl) , met werken van kunstenares Ingrid Groeneveld en de expositieruimte van de Historische Kring Wederden (https://mijnstadmijndorp.nl/app/historischekringwierden).
Ingrid Groeneveld werkt nauw samen met de Historische Kring Wederden.
Deze synergie heeft al voor vele verrassende exposities gezorgd, waarbij topstukken uit de collectie van Wederden een aanvulling vormden op de expositie van Groot’n Jans. Vernissages en nieuwe tentoonstellingen trekken door deze samenwerking vele enthousiaste bezoekers.
(https://mijnstadmijndorp.nl/app/ historischekringwierden)
`Winnen en overwinnen`
Waar nu het kunstwerk van Robert Jansen staat, was vroeger niets dan water, moeras en het riviertje de AA.
Eerst werd de verbinding met Almelo onderhouden met een veerpont. Na 1405 werd er een dijk met vele bruggen aangelegd als hoofdweg van Zwolle naar Almelo. Het kunstwerk symboliseert zo’n brug op palen, die ongeveer op deze plek moet hebben gestaan.
Ook het water onder de grond heeft vanaf 1894 een belangrijke rol gespeeld in Wierden. De waterwinning heeft nog steeds veel invloed op de natuur en agrarische sector. De schaal symboliseert het winnen en aanbieden van (drink)water.
www.generatietuinwierden.nl/
Aan de Akkerwal 2A ligt de Generatietuin (4000 m2). De tuin is ontworpen en wordt in stand gehouden door vrijwilligers. De fruitbomen (oude rassen) zijn in 2013 aangeplant en de paden en verdere beplanting zijn van 2019 en 2020. Door de jonge beplanting is het een tuin die zich nog moet ontwikkelen. Er zijn vasteplantenborders te vinden, een struikenborder met o.a. pluimhortensia’s en ook veel bes- en vruchtdragende bomen en struiken. De Dahliavereniging heeft hier een dahliatuin aangelegd waar men mag plukken. De wilgencirkel is een mooie verstopplek voor kinderen. Een 76 m lange gemengde haag en schapenhek omsluiten het terrein.
Meer weten
Een lange strook wilde bloemen en granen is ingezaaid over de hele lengte van de gasbuis (door de Gasunie) helemaal tot aan de Klumpershoekweg.
De tuin is vrij toegankelijk en over een aantal jaren, wanneer de bomen en struiken tot volle wasdom zijn gekomen, kunnen er uiteenlopende fruitsoorten geplukt worden. Vogels en allerlei kleine dieren vinden hier voedsel, rust- en schuilplaatsen. Zo wordt er regelmatig een groep patrijzen gesignaleerd. Roodborsttapuiten vonden in 2020 een nestplaats in de wilgen.
.
In het gebied langs de Regge, in de buurtschap Ypelo, lag de (vroeg) Middeleeuwse heerlijkheid Bevervoorde. Het enige wat is overgebleven van de Hof te Bevervoorde is het parkachtige landschap met twee boerderijen.
Meer weten
Terwijl vroeger heel Twente onder het gezag van de Drost van Twente viel, waren er ook twee heerlijkheden: Almelo en Diepenheim. Beiden hadden veel grond en een eigen rechtspraak. De ‘Hof te Bevervoorde’ kan als heerlijkheid worden toegevoegd. De Hof te Bevervoorde omvatte een boerderij en een adellijk Huis in Ypelo. Huis Ypelo is één van de drie adellijke bewoningen die in deze kleine buurschap hebben gestaan.
Het lag destijds in het richterambt Kedingen.
Vitens heeft in Rectum-Ypelo een nieuw waterwingebied ingericht. In het gebied zijn 12 winputten gemaakt, hiermee krijgen 150.000 inwoners van Wierden en omgeving de komende 50 jaar goed, schoon en lekker kraanwater. Tevens is in het gebied Dakhorst een waterbuffer ingericht, deze buffer voorkomt dat de effecten van de winning zich uitstrekken tot het natuurgebied Mokkelengoor. De waterbuffer is erg belangrijk voor een goede afwatering in het gebied.
Een breed spectrum aan vogels heeft het gebied inmiddels ontdekt als broedplaats of rust- en voedselplek op doorreis.
Beelden bij
de Doorbraak
(https://www.rinusroelofs.nl)
Ter markering van deze beek kreeg de in Hengelo woonachtige kunstenaar Rinus Roelofs de opdracht een serie van 7 kunstwerken te ontwerpen. Elk van die kunstwerken is opgebouwd uit even grote gelijkvormige veelhoeken. In ieder kunstwerk is steeds een andere serie van dezelfde veelhoeken toegepast.
De voortdurende afwisseling van indrukken tijdens een tocht langs de beek, vormde het uitgangspunt voor Rinus Roelofs. “Die indrukken vormen samen het verhaal”, zegt Rinus Roelofs.
Vlakbij de vistrap in Ypelo zie je één van deze cortenstalen spiraalvormige zuilen.
(https://www.dedoorbraak.info/)
De Doorbraak is een nieuwe beek in Twente die de Loolee ten oosten van Almelo verbindt met de Regge. Een omvangrijk project met gevolgen op het gebied van ruimtelijke ordening, landbouw, milieu en recreatie. Deze nieuwe waterloop met een lengte van 13 kilometer tussen Almelo en Ypelo, is aangelegd om de scheiding van waterstromen te realiseren. Het relatief schone water uit het landelijk gebied wordt door de Doorbraak afgevoerd naar de Regge. Ook biedt de beek een extra afvoermogelijkheid voor water bij extreme waterval.
De Doorbraak komt aan zijn naam doordat de nieuwe waterloop door een heuvelrug is gegraven. De Doorbraak loopt middels duikers onder het Twentekanaal door. De nieuwe beek is voorzien van natuurstroken waarover gewandeld kan worden. Door het hoogteverschil in het gebied bevat de doorbraak meerdere vistrappen om de stuwen te kunnen passeren. De Doorbraak is inmiddels begroeid met allerlei planten. Er grazen paarden om de begroeiing kort te houden. Landschap Overijssel onderhoudt het gebied.
.
Bornerbroekseweg/Huttemansweg
Dit monument herdenkt de Joodse inwoners van Enter, die zijn omgekomen in de WO II. Elf joden zaten in een oud kippenhok in de driehoek Bornerbroekseweg, Huttemansweg en Entelerweg. In 1943 werden ze verraden door de NSB-er Schuurhuis. De joden zijn afgevoerd naar de vernietigingskampen Sobibor en Auschwitz.
Meer weten
Schuurhuis wordt later met zijn dochter door verzetsmensen geliquideerd a.d. Proodsweg Deldenerbroek omdat hij in 1945 dreigde meer verzetsleden te verraden.
Boerderij Hiltjesdam
(“De Koote”)
Ganzenweg nr. 1
Aan de zwart-witte luiken kun je zien dat de boerderij eigendom is van landgoed Twickel in Delden. In de administratie van Twickel staat de boerderij geregistreerd als ”Hiltjesdam”. Zo heette de streek direct rond de boerderij. Waar de naam “De Koote” vandaan komt is niet bekend.
De boerderij wordt al in 1675 genoemd. Het is dan eigendom van de Marke Enter. In 1709 wordt de boerderij verkocht door de Marke en krijgt dan verschillende opvolgende eigenaren. In 1773 werd de Twickelervaart gegraven en in 1783 is Twickel de eigenaar. De graaf vond het prettig om grond te bezitten langs de Twickelervaart om zo een oogje in het zeil te kunnen houden.
In 1861 kwam de familie Nijmeijer als pachter op de boerderij. Deze familie is nog steeds pachter. In 1923 is de boerderij door brand verwoest. In de oorlog speelde de familie een belangrijke rol in de verzorging van een groep Joden die in de buurt ondergedoken zaten.
In 1955 brandde de boerderij opnieuw af.
In 2011 vierde de familie Nijmeijer hun 150 jaar pachters jubileum.
Door de bovengrond af te graven is het natuurgebied Schuttebelt aangelegd. Dit gebied met verschillende hoogteniveaus wordt in natte perioden gebruikt om het water vast te houden (retentiegebied). Door de kiepstuw is het mogelijk het water van de Twickelervaart tot voorbij het Twentekanaal op te stuwen. De omleiding met de vistrap zorgt ervoor dat de vissen stapsgewijs het niveauverschil kunnen overbruggen. Een combinatie van schraal grasland en moeras- en rietvegetaties creëert een perfecte omgeving voor reigers, eenden, scholeksters, oeverlopers en aalscholvers. Sinds 2014 broedt de blauwe reiger in de bomen bij de Twickelervaart. En ook bijzondere vogels als blauwborst, waterral en rietgors kunnen in dit gebied mogelijk tot broeden komen. De waterspitsmuis voelt zich er zich uitstekend thuis en ook voor de otter kan het gebied mogelijkheden bieden. De houtwal tussen de vaart en de brede waterpartij vormt een beschermde plek voor allerlei dieren.
“de Binnengait”
Kartelaarsdijk 11
Op de plaats waar de oude Hessenweg van Oldenzaal naar Deventer de rivier de Regge kruist, werd aan het einde van de 17e eeuw de schippersherberg de Binnengait gebouwd.
De Regge was de slagader van het Twentse waterwegennet en in 1751 werd de herberg uitgebreid met een (nu zeldzame) langsritschuur. Kooplieden lieten hier hun spullen overslaan van wagen op boot (Enterse zomp) of andersom.
De Binnengait was vele decennia (1750-1850) lang van groot belang voor het economische en sociale leven van de Enterse bevolking en vele Twentenaren.
De oude ophaalbrug tussen Binnengait en Kattelaar is in 2019 nagebouwd met hout dat bij het snoeien van bomen in het Reggedal is vrijgekomen. De nieuwe brug is een exacte kopie van de oude brug. Hij staat wel op een andere plek, ca. 10 meter verderop.
Meer weten
De schippersherberg Binnengait speelde in de achttiende eeuw een belangrijke rol. Het was er een levendige bedoening. In de herberg konden de schippers bijkomen van hun reis over de Regge, waarover goederen per schip aan- en afgevoerd werden. De herberg vormde een belangrijke op- en overslagplaats. Schippers meerden aan in de speciaal daarvoor aangelegde haven, karren reden af en aan voor verder transport. Goederen werden opgeslagen in een pakhuis, dat er nog steeds staat, evenals erve Binnengait. Pakhuis, haven, kraan, tolbrug, stal voor paarden en een pleisterplaats voor schippers brachten veel geld in het laatje van de herberg.
.
Huis Kattelaar
Het huis Cattelaar staat al vermeld in 1382 in de leenregisters van de bisschop van Utrecht. De naam Kattelaar, Catteler, Cartelaar en Cattelaar wordt wisselend gebruikt.
Alleen het ‘bouwhuis’ is nog overgebleven en dit is het oudste pand van Enter (1690).
Meer dan tweehonderd jaar geleden bewoonden de zussen Borgerink de havezate Kattelaar. De pleisterplaats ‘Binnengait’ aan de Regge bracht Swanida Borgerink (1716) en Gerhardina Borgerink (1715) veel geld op. Zij waren verzekerd van een regelmatig inkomen uit de goederenoverslag en de tolheffingen. De vrouwen dreigden hun handel kwijt te raken toen er plannen kwamen om een kanaal (de Twickelervaart) te graven.
De zussen wilden koste wat kost voorkomen dat het nieuwe kanaal een kilometer verderop gegraven werd. Zij lieten ’s nachts de vaart weer dicht gooien, die overdag gegraven was. Naast deze ‘insmijtingen’ werden ’s nachts de sluizen opengezet, zodat het land overstroomde en de graafwerkzaamheden noodgedwongen gestaakt moesten worden. Er ontstond een chaos. De dames Borgerink verloren de strijd en de nieuwe Twickelervaart werd uiteindelijk in 1777 voltooid.
Meer weten
Het huis Kattelaar had zes ‘vuursteden’ (grote schoorstenen). Daarmee was het een grote havezate, groter dan kasteel Oosterhof uit Rijssen, dat nog steeds bestaat. Van Kattelaar zijn nauwelijks nog sporen en afbeeldingen te vinden.
De gereconstrueerde brandput op de hoek van de Rijssenseweg en de Dorpsstraat is anderhalve meter hoog en één meter breed. Veertig jaar geleden werd de oorspronkelijke put in Enter gesloopt. Een brandput deed vroeger dienst als waterreservoir tijdens een brand en voorzag de inwoners van schoon drinkwater.
Oudheidkamer Buisjan
Dorpsstraat 42
(http://www.enterserfgoed.nl/musea/ oudheidkamer-buisjan/)
“Buisjan”, een klein, apart gelegen boerenhuisje. De naam komt van zijn laatste bewoner, Jan Scholten, die altijd een jasje droeg. In het Enters heet een jas ‘een buis’. Het gezellige huisje doet nu dienst als oudheidkamer. Proef in het snoepwinkeltje nog eens het snoepgoed uit grootmoeders tijd, mmm……Of drink een kopje koffie met een grote plak krentenwegge. Er is een stoffen- en kledingwinkeltje met Twentse kleding uit grootmoeders tijd. Pronkstuk is de kast waarin vele “knipmutsen” staan, behorend bij de klederdracht van deze streek. In een klein hoekje, achterin de boerderij van Buisjan, herleeft de geschiedenis rondom de schoenmakerij Philippi.
Dorpsstraat Enter
De klomp is 403 cm lang,171 cm breed en 169 cm hoog. De klomp is in 1991 gemaakt door de heren Heering en Plas en in dat jaar ook in het Guinness book of records opgenomen.
(http://www.enterserfgoed.nl/musea/ het-zompenmuseum/)
In Enter woonden rond 1800 zo’n 120 schippers. Enter was in die tijd een echt schippersdorp. De platbodemschepen, ook wel Zompen genoemd, voeren over de Regge. De scheepslading bestond uit hout, klompen, textiel of stenen.
De Regge was nabij Enter redelijk bevaarbaar en in een tijd waarin de (zand)wegen vaak slecht waren, was dat van groot belang. Enterse schippers vervoerden producten uit de regio of zelfs uit Duitsland over de Regge en de Vecht naar Zwolle, Kampen, maar ook verder tot Friesland en Groningen toe. Ook veel Bentheimer zandstenen werden met zompen over de Regge vervoerd.
In het museum is van alles te ontdekken over de historie van de zomp. De laatst overgebleven zomp, de “Regt door Zee” (1875) van schipper Jans ten Berge staat centraal in het museum. Op de bovenverdieping is een tentoonstelling van oud handwerk gereedschap ingericht.
Sköpke
www.enterserfgoed.nl/musea/ klompenmuseum-skopke/
Enter was vroeger een echt ‘klompendorp’ en telde ooit meer dan 300 klompenmakers. Het museum toont de geschiedenis van de Enters klomp, de Enterse klompenmakers en hun gereedschappen.
Er zijn klompen niet alleen uit Nederland maar ook uit andere landen te zien, maar liefst 300 paar klompen. Een greep uit de verzameling: een smokkelklomp, de hoge hakken klomp en de voetbalklomp.
Een videopresentatie toont hoe vroeger handmatig klompen gemaakt werden van wilgen- of populierenhout.
In de werkplaats staan twee oude machines die nog tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw werden gebruikt. Bij rondleidingen worden er ook demonstraties gegeven. Tijdens de zomervakantie zijn er elke woensdag- en donderdagmiddag demonstraties handmatig klompen maken. In de winter zijn er klompenmakers-cursussen.
De Nederlands Hervormde Kerk
Rijksmonument
Dit eenvoudig wit gepleisterd zaalkerkje is in 1709 gebouwd. Je ziet een grote toren (dakruiter) op het zadeldak en de ramen zijn rondboogvensters.
De Enternaren hadden in voorgaande jaren bij de Drost van Twente gelobbyd voor een eigen kerk in Enter. Een van de redenen was dat ze wel een uur moesten lopen naar de kerk in Rijssen en daarbij “het water” moesten passeren. Een gedeelte van de weg stond ’s winters namelijk altijd onder water.
In 1724 liep de kerk veel schade op bij de grote brand in Enter. De volgende eeuwen raakte de kerk vervallen en moest er gerestaureerd worden. In 1863 werd de kerk verbouwd. Aan de oostzijde kwam een consistorie en intern werd er veel vernieuwd. In de oorlog werd de klok (uit 1312) door de Duitsers uit de toren gehaald. Gelukkig kwam de klok terug. In 1954 volgde weer een grote verbouwing en uitbreiding van de kerk. Aan de Oostzijde kwam er een grote zijvleugel bij. De laatste verbouwing was bij de linker ingang om binnen meer ruimte te creëren voor begrafenissen.
De Enterse Waarf
Werfstraat 19
(https://www.entersezomp.nl/4/waarf-enter/scheepswerf)
“De Waarf” is een combinatie van een scheepswerf voor Enterse zompen en een expositie ruimte. Je kunt hier ‘inschepen’ op een authentiek nagebouwde zomp voor een vaartocht over de Regge.
Bezoekers zien hoe belangrijk door de eeuwen heen het water is.
De Enterse Waarf brengt dat bijzondere verleden op deze historische plek tot nieuw leven. De schippers en rondleiders (vrijwilligers) varen en vertellen bezoekers over alles wat met zompen, de Regge, het dorp Enter en de natuur te maken heeft. De bouwploeg werkt gestaag aan nieuwe zompen voor eigen gebruik en andere opdrachtgevers.
Nieuwe Regge,
nieuwe natuur
In opdracht van de provincie Overijssel werd maar liefst 116 ha nieuwe natuur gerealiseerd en werd de bevaarbaarheid van de rivier voor de Enterse Zomp (tussen de Lee en het Exoo) ingepast. Belangrijk hierbij was dat er een goede balans ontstond tussen een zo natuurlijk mogelijke Regge en goede waterstanden voor onder andere landbouw, recreatie en natuur. De aanleg van een vispassage naast de stuw vlakbij de uitmonding van de Twickelervaart zorgt ervoor dat vissen graag in de Regge verblijven en stroomopwaarts kunnen zwemmen.
Uniek aan het Reggedal is dat de 116 ha nieuwe natuur in handen is van particulieren, in dit geval inwoners van het gebied. In een landelijke pilot is indertijd 86 ha nieuwe natuur door de Provincie verkocht aan twee ondernemers uit Enter die het vervolgens hebben overgedragen aan de Stichting Enters Reggedal. Op de gronden van deze Stichting grazen de zwarte koeien van het ras Black Angus.
Regge en Reggedal
De rivier de Regge begint bij landgoed Westerflier ten zuidwesten van Diepenheim en bestaat uit de Boven Regge (Diepenheim-Rijssen), de Midden-Regge (Rijssen-Hellendoorn) en de Beneden-Regge (Hellendoorn-Ommen). De rivier mondt bij Ommen uit in de Vecht. Uniek voor ons land is dat deze rivier begint en eindigt in Nederland.
De Regge is een regenrivier die vroeger al het water opving van het gewest Twente. Door de Regge had Twente een belangrijke verbinding met de Hanzesteden Zwolle en Kampen. In de vorige eeuw werd de rivier sterk gekanaliseerd, maar de laatste 10 jaar is het waterschap bezig de rivier weer zoveel mogelijk in de oorspronkelijke vorm terug te brengen en klimaatbestendig te maken.
Zo heeft het waterschap Vechtstromen in het Enterse Reggedal met verschillende partners aan een meer natuurlijke inrichting van 11,5 km van de Regge gewerkt. Door extra waterinlaatpunten vanuit het Twentekanaal stroomt er zomers 4x meer water door de Regge. Daarnaast is de bodem van de Regge verhoogd, dat heet verontdieping. Er is een smalle zomergeul gemaakt met een breed winterbed. Dit moet ervoor zorgen dat enerzijds de verdroging wordt verminderd in tijden van droogte en anderzijds bij grote neerslag zoveel mogelijk water in het gebied kan worden opgeslagen. Dit watergedeelte (44 ha) wordt beheerd door het waterschap Vechtstromen.
.
Brugwachtershuisje/
Tolhuisje
Enterweg 29
Rijksmonument
Het brugwachtershuisje staat ingeklemd tussen de Enterweg en de Regge.
Op deze plek werden in vorige eeuwen bij laag water de Enterse zompen uit- en ingeladen.
In 1818 wordt Enter bij de gemeente Wierden gevoegd. Er ontstond behoefte aan een goede verbinding tussen de twee dorpen. In 1857 was de Enterweg gereed. De gemeente wilde echter de investering terugverdienen en ging tol heffen.
De tarieven waren in het jaar 1870:
Om de zaak compleet te maken bouwt de gemeente in het jaar 1859 een ophaalbrug over de Regge bij het erve Exoo. Bij deze nieuwe brug wordt in 1902 een huisje gebouwd voor de tolgaarder die ook de brug moet bedienen.
Meer weten
In mei 1940 werd de ophaalbrug opgeblazen door Nederlandse soldaten om de Duitse opmars te vertragen. Hierbij wordt ook het tolhuis zwaar beschadigd. De tol, die inmiddels één van de laatste was in Twente, is toen opgeheven. De huidige vaste brug dateert dus van na de oorlog.
De familie Stegeman, die aan het begin van de twintigste eeuw het tolhuis bewoonde, heeft als bijnaam nog steeds ’n Tol’.
.
Bi’j de Regge
Kloosterhoeksweg 15
(https://www.dewijnmakers.nl/)
De wijngaard is 2,25 hectare groot en bevat ca. 9000 wijnstokken van 12 jaar oud. Duurzaamheid, innovatie en kwaliteit zijn de pijlers van deze wijngaard. De wijnmakers gebruiken vooral nieuwe technieken en middelen om de druivenstokken gezond te houden en te bemesten.
Op de grootste internationale wijnkeuring in Wenen in 2020 behaalden de wijnmakers een gouden en zilveren medaille.
Meer weten
De basis van de wijngaard is de bodem. Groenbemesters in de paden zorgen ervoor dat de juiste insecten aangetrokken worden, en dat essentiële stoffen als bijvoorbeeld stikstof uit de lucht wordt gebonden. Deze stoffen komen na het maaien van de groenbemester vrij en komen beschikbaar voor de planten. Onder de stokken wordt Bokashi gestrooid om onkruiden tegen te gaan en om de bodem te voeden.
De druivenrassen in de wijngaard zijn rassen die minder gevoelig zijn voor ziektes. Rassen als Solaris en Regent, maar ook Cabernet Blanc, Cabernet Cortis en Pinot Gris.
Door de wijngaard open en luchtig te houden krijgen de ziektes en schimmels geen kans om zich te ontwikkelen. Een uitgekiende bemesting van het blad zorgt ervoor dat de plant sterk en gezond blijft om goede rijpe druiven te kunnen oogsten. Rijpe druiven zijn essentieel voor een goede kwaliteit wijn.
Bijenstal
Voor de druivenstokken doen de bijen op zich niet zoveel. De druif is namelijk een zelfbestuiver, maar voor de wijngaard in zijn geheel is het wat anders. In de paden van de wijngaard groeien groenbemesters. De bijen bevruchten deze planten, die zaden aanmaken en daardoor gaan er weer meer groenbemesters groeien. Hoe meer groenbemester, hoe beter voor de bodem. De planten in dit mengsel zijn Alexandrijnse Klaver, Esparcette, Inkarnaatklaver, Perzische Klaver, Rode Klaver, Luzerne Klaver, Wikken, Bijenmengsel en Kruidenmengsel.
.
Middeleeuwse metaalindustrie
Een grote hoeveelheid restanten van ijzerproductie geeft aan dat er in deze omgeving ooit een florerende metaalindustrie was. Er werd ijzer gewonnen van het einde van de 10e eeuw tot het begin van de 14e eeuw. Daarmee is het één van de oudste metaalindustrieën in Europa. Het ijzer werd in ruwe vorm naar Deventer en Zutphen vervoerd voor verwerking.
Oude veldnamen als Kloosterhoek en Tienhoven (tien = tin) herinneren aan de historie en komen terug in volksverhalen. De landerijen in de Kloosterhoek behoorden toe aan de kerk.
aan de Kloosterhoeksweg
(https://www.ervewoolderink.nl/)
Rijksmonument
Erve Woolderink is een echt familiebedrijf. Sinds 1400 (meer dan 17 generaties lang) is het in het bezit van de familie Wolderinc of Woolderink. De huidige Saskische boerderij staat er sinds 1798. De prachtige boerderij en de fraaie schuur zijn beiden opgenomen in de lijst van Rijksmonumenten.
Theehuys Grimberg
Op de foto ziet u de boerderij, die tot ca. 1900 tijd binnen de grachten stond. Een eeuw geleden is deze afgebroken en werd er een nieuwe boerderij gebouwd. Van april tot oktober (op dinsdag, woensdag en donderdag) wordt u gastvrij onthaald door de fam. Nollen. Bij een kopje geurige thee met heerlijk eigengemaakt gebak geniet u van het fraaie parkachtige landschap. In het theehuis kunt u een privé collectie kleine vondsten van de voormalige havezate bekijken.
d’Oale Schöppe op Erve ’t Schot
Gemeentelijk monument aan de Grimbergerweg 3.
Tussen de bomen staat al vanaf het einde van de 15e eeuw een schutstal. De schutstal stamt uit de Marketijd (1300-1850). Het grondgebied van de Marke was eigendom van de bezitters van de boerderijen. Zij hadden er elk een vastgesteld aandeel in en reguleerden gezamenlijk het beheer en gebruik van de gemeenschappelijke weidegronden. Zo waren er, toen ook al, afspraken over het aantal stuks vee dat elke boer mocht houden. Dit om overbegrazing te voorkomen.
Vee dat op de grond van Marke Notter-Zuna werd aangetroffen, maar er niet thuishoorde werd in deze stal geschut (vastgehouden). Dat verklaart de naam ‘Schutstal’. Zo zat het vee van elders hier tijdelijk opgesloten. Tegen betaling van een boete kon de eigenaar zijn dier weer ophalen.
Meer weten
In 1690 is begonnen met de bouw van de schuur. In de jaren 90 van de vorige eeuw was de schuur in slechte staat vervallen. In 1999 is het initiatief genomen om de schuur te restaureren. De schuur is gebouwd op rechthoekige grondslag en is voorzien van een schilddak. Dit dak is aan de bovenzijde bedekt met riet en aan de onderzijde met pannen. Aan de boerderijzijde zijn in de langs-gevel twee uitbouwen gerealiseerd onder flauw hellend doorgetrokken dakvlakken. De schuur, met oorspronkelijke gebinten, is onderverdeeld in een stalgedeelte en hooiopslag, ieder met eigen entree. In de uitbouw op de gevelhoek bevindt zich het klompenhok.
.
De Oale Schöppe aan de Zunaweg 10
In deze schuur of schöppe uit de 18e eeuw werd hooi opgetast en jongvee gestald. Het moedererve ‘Groot Bruins’ naast de ‘Oale Schöppe’ is een rijksmonument. De historie gaat terug tot het einde van de 12e eeuw.
Wagenmakerij Langenhof
(wagenmakerijlangenhof.nl)
Aan de rand van buurtschap De Huurne ligt de voor ons land uniek bewaard gebleven Wagenmakerij Langenhof. Vanaf 1917 maakte Jan Langenhof eerst samen met zijn werknemers en later ook met zijn zoon Freek vele boerenwagens, kiepkarren, kruiwagens, ploegen enz.
Nadat er rond 1960 geen vraag meer was naar de houten boerenwagens, werd de wagenmakerij als werkplaats gesloten. Gelukkig bleven de originele machines, veel gereedschap en de authentieke klinkervloer behouden. Indrukwekkend is het aanzetten van de oude machines (en zelfs de wasmachine), die via platte riemen worden aangedreven door de stationair motor. Zo kan men hier nu de tijd van toen beleven.
Meer weten
In de ‘Holtloze’ achter de wagenmakerij wordt het verhaal van de wagenmaker verteld met foto’s, schaalmodellen en een heuse kiepkar. Op een boekenplank liggen vele boeken over wagenmakerijen als naslagwerk. Onder het genot van een kopje koffie, thee of frisdrank kunnen bezoekers op een televisiescherm zien hoe een houten wiel tegenwoordig wordt gemaakt. Ook is het verhaal te zien hoe in 1932 een vliegtuig werd gemaakt bij Langenhof.
.
Oude en Jonge Westerink.
Boerderijen aan de Stegeboersweg 12 en Huurnerweg 12
Op een kadastrale kaart van 1832 is te zien dat beide boerderijen tegenover elkaar stonden. De bewoners ‘keken elkaar in de glazen’.
Ik deze tijd heette de boerderij aan de Stegeboersweg het ‘Oude Westerik’.
De naam ‘Westerink’ ontstond in de vorige eeuw door een verschrijving van ‘Westerik’.
Het erve was tot 1929 bewoond door een Westerik. In die tijd was de boerderij nog een ‘los hoes’. Het gebouw was één groot vertrek voor mens en dier. Op een open vuur kookten en stookten de bewoners.
Nu woont de familie Ooms op deze boerderij.
De boerderij aan de Huurnerweg heette “Jonge Westerink”. Graads en Ziena Westerink hebben hier gewoond. Sinds 1953 woont de familie Kippers hier.
Monument Katong Kemana (2012)
‘Katong Kemana’ betekent: “Waarheen wij gaan”.
Het bestaat uit drie zuilen die verleden, heden en toekomst symboliseren met daarop de namen van alle families die in deze Molukse wijk wonen. Daarbij is een plaquette te zien waarop de namen staan van de schepen die de Molukkers in 1951 naar Nederland brachten.
Diverse straten in deze wijk zijn naar Molukse vrijheidsstrijders vernoemd.
Cortenstalen zuil met gedicht van Boudewijn Betzema
Natuurspeelpark de Klimkuil
De beeldengroep Najaden
Werk van Elisabet Stienstra
(https://elisabetstienstra.com/)
Vijf bevallige dames liggen op een kringvormige rotspartij in de vijver voor de ceremoniële ingang van het stadhuis van Wierden. Deze Najaden (uit 1997), zo noemden de oude Grieken en Romeinen nimfen die zich bij zoetwater ophouden, hebben de eeuwige jeugd en schoonheid van nimfen en ook hun vermogen om op te gaan in de omgeving. Want als met de tijd de rotsen door mos bedekt worden, zullen hun groene lichaamswelvingen steeds meer versmelten met de ondergrond. Pas dan zal het beeld optimaal tot zijn recht komen.
Stienstra geeft de najaden gestalte als efemere (kortstondige, vergankelijke) verschijningen die als een droombeeld opdoemen in hun vijver.
Kerktoren Dorpskerk
Rijksmonument
De historische kerktoren dateert uit eind 15e eeuw. De toren maakt nu deel uit van de Nederlands Hervormde Dorpskerk, maar aanvankelijk stond hier een katholieke kerk.
De toren bestaat uit drie vierkante geledingen, bekroond door een achtkantige ingesnoerde spits voorzien van galmgaten in de derde geleding.
Meer weten
Bovenin de toren staat een klokkenstoel met klok van G. van Wou. De diameter van de klok is 97,5 cm. met in gotische minuskels: Jhesus . Maria . Johannes . Gherardus . de . Wou. me. fecit. Anno. DM.M.CCCC.XCV. Dit betekent: Jezus Maria Johannes Geert van Wau heeft mij gemaakt in het jaar onzes Heeren 1495.
.
Robinia pseudoacacia ‘Tortuosa’
Deze acacia (Robinia pseudoacacia ‘Tortuosa’) markeert de plek waar Wierden is ontstaan. De boom is rond 1830 geplant. Hij heeft nu een omtrek van ruim 4.50 m en een hoogte van 14 m. Aan de driesprong vlakbij deze boom heeft Wierden zijn ontstaan te danken.
Komende vanuit Almelo kon men in het dorp ‘Wederden’, de middeleeuwse naam voor Wierden, twee richtingen kiezen: naar het westen via Rijssen naar de Hanzestad Deventer of langs de noordelijke route naar Zwolle en Kampen via Heggele (Hoge Hexel).
Bij de driesprong werd een kerk gebouwd en een herberg. De heer van Almelo mocht er tol heffen. De tolboom stond ter hoogte van het ‘Schottenhuys’, de voormalige Wierdense herberg ongeveer op de plek van huisnummer 9 aan het Burg. J.C. v.d. Bergplein.
Meer weten
Achter het ‘Schottenhuys’ (ongeveer in het midden van de ‘Tolgaarde’) heeft een belangrijke boerderij gestaan. In 1439 wordt de boerderij ‘Hof te Wyerden’ genoemd en in 1475 veranderde het in ‘De Meijer to Wederden’, een leengoed van keizer Karel V, in leen bij de heer van Almelo.
Aangenomen kan worden dat de schout in het Schottenhuys de wereldlijke macht uitoefende in het richterambt Kedingen. De meijer was ook gezagsdrager, maar dan van de heer van Huis Almelo, die binnen het richterambt veel bezittingen had.
Het Schottenhuys was al in 1672 bekend als pleisterplaats voor krijgslieden en voor reizigers die hier tol moesten betalen. De bewoner van het Schottenhuys stond bekend als ‘des graven tolgaarder’. Dit is de persoon die de tol int voor in dit geval de heer van Almelo.
Rond 1700 heet de bewoner ‘scholte’ (schout). Het Schottenhuys zal dus een verbastering zijn van het ‘huis van de schout’.
.
Replica handwijzer
Dit is een replica van de oorspronkelijke handwijzer die de richtingen Almelo, Zwolle en Deventer aangaf.
In 1405 sloten de heer van Almelo en de bisschop van Utrecht een belangrijke overeenkomst. Er werd een dijk aangelegd dwars door het toenmalige moeras tussen Wierden en Almelo. Om gebruik te kunnen maken van deze verbindingsweg moest men ter hoogte van de handwijzer tol betalen.
Kunstwerken Binnenhof
*Aarenleester (brons 1987)
Beeldje van een vrouw die gebukt ‘aren leest’ van de Holtense beeldhouder Kees Bos. De aren die bij de oogst van het graan achterbleven werden opgeraapt. Dit werk, dat bijzonder pijnlijk kon zijn, maar geen grote lichaamskracht vereiste, werd meestal door vrouwen en kinderen uit de allerarmste klassen gedaan.
*De zwarte en witte “Concrete grand piano’s (2008)” zijn een ontwerp van Filip Jonker (www.filipjonker.nl).
*Twents gedicht van Ben Frey (pseudoniem van Jan van Velde) uit Enschede, genaamd “Storm”. Aan de voet van de boom bij de slagerij op een rooster van cortenstaal.
Jennechie beeld (brons 1987)
Dit kunstwerk van Jan Gierveld laat de eerste schuchtere toenadering van een jong boerenpaartje zien tijdens de “Jennechies-markt”. Dit oude gebruik is gekoppeld aan de traditionele St. Maartensmarkt.
Bij klikken op de tekst verschijnt een popup met bijzonderheden over het routepunt.
Pompgebouw Nijverdalsestraat 88
Rijksmonument
In opdracht van de gemeente Almelo werd in 1893 dit pompgebouw gebouwd naar ontwerp van de ir. H.P.N. Halbertsma in een vrij traditionele baksteenarchitectuur met eclectische elementen (elementen uit eerdere bouwstijlen).
Na 1992 heeft het fraaie gebouw jarenlang leeggestaan en raakte het jaar na jaar verder in verval. In 2006 vatte een werkgroep van enthousiaste inwoners het plan op om het gebouw nieuw leven in te blazen. Toen in 2008 echter de financiële crisis uitbrak, strandde de plannenmakerij op het ontbreken van het benodigde geld.
De eigenaar, waterbedrijf Vitens, zette het openbaar te koop.
Het pand kwam in particuliere handen en werd door de nieuwe eigenaar prachtig gerestaureerd. Het is nu een fraai voorbeeld van hoe men een oud pand in ere kan laten en tegelijk kan aanpassen aan de moderne tijd.
Meer weten
Architectuur pompgebouw
Eén bouwlaag is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond in rode baksteen en heeft een zadeldak met bouletpannen. De verlenging van het pompgebouw, afgesloten door een plat dak, valt niet onder de bescherming. De eindgevels eindigen in een top onder een zandstenen afdekplaat. Vanaf de zandstenen aanzetstukken loopt langs de gevelrand een klimmend zandstenen keperboogfries. De vensters hebben stalen kozijnen en doorlopende granieten onderdorpels. De voorgevel heeft een naar voren springende centrale entreepartij bestaande uit een dubbele houten deur met cassettes binnen een bakstenen omlijsting met natuurstenen blokken. Boven de deur, binnen de omlijsting bevindt zich een terugliggend bovenlicht.
Hierboven zijn twee vierruits vensters. Aan weerszijden van de ingangspartij zijn twee tweeruits vensters. De zijgevels bevatten vijf vierruits vensters.
Interieur
Het interieur van het pompgebouw is nog geheel intact: kap met stalen spanten, met geglazuurde baksteen beklede wanden, stalen binnendeuren met glas-in-lood bovenlichten in een rondboogportaal, origineel stalen hang- en sluitwerk. De oorspronkelijke pompinstallatie is in 1950 vervangen door nieuwe centrifugaalpompen, met uitzondering van de luchtketel uit 1928 direct naast de entree.
Schietbaan
De oude schietbaan uit 1939 is in 2017 in ere hersteld. In 1939 was deze baan bedoeld als oefenbaan voor burgerwachten, die in tijden van nood de politie konden versterken. De Duitsers gebruikten de schietbaan in de WO II als oefenbaan. In 1945 is de baan zwaar beschadigd, weer hersteld en tot 1969 gebruikt door de rijkspolitie.
Bij het herstel in 2017 is op de details gelet. Zo zijn de nieuwe poorten weer van bielzen, geverfd in de oorspronkelijke kleur zwart. Ook staan zij exact op dezelfde plekken als de oude poorten. Ook het ricochetscherm is opnieuw opgebouwd. Dat was destijds bedoeld om het afketsen van kogels te voorkomen. Er mag hier echter nu niet meer worden geschoten!!
Wierdense Veld
(https://www.landschapoverijssel.nl/
gebieden/wierdense-veld)
Landschap Overijssel beheert dit uniek hoogveengebied van ruim 440 hectare. In de zomermaanden graast hier een schaapskudde om de heide intact te laten. De grazende schapen gaan vergrassing tegen en houden berkenopslag zo kort mogelijk.
Ooit was dit een gebied met veel nat heideterrein en volop levend hoogveen. Nu is het een bijzonder weids natuurgebied met (vergraste) heide en hoogveen. Hier vind je nog echte rust.
Het Wierdense Veld is de laatste decennia steeds droger geworden. Door waterpeilverhoging tracht men weer levend hoogveen te krijgen. Dat begint voorzichtig vruchten af te werpen. Soorten als eenjarig wollegras, zonnedauw, kleine veenbes, lavendelhei en veenmossen komen al weer terug.
Ben je een vogelliefhebber? Voor veel vogelsoorten is het Wierdense Veld een eldorado. Rust, water, ruimte, beschutting en voedsel vinden ze hier volop.
Aan de Hortmeerweg vind je een vogelobservatie/informatiepunt en een schaapskooi.
Oude Zwolseweg, vogelbosje
waterwingebied Hoge Hexel
In dit unieke gebied bevindt zich een kostbare bodemschat. Jaarlijks pompt Vitens ca. 2,5 miljoen kubieke meter water op uit de bodem van dit ruim 17 hectare grote gebied. Vitens beheert het waterwingebied Hoge Hexel als natuurgebied. Natuur is namelijk niet alleen mooi, het biedt ook een goede garantie dat er geen vreemde stoffen in het grondwater terecht komen. Het waterwingebied Hoge Hexel is met zijn bossen, struikgewas, graslanden, heide en ecologische akker zeer afwisselend. Op een diepte van 16 tot 50 meter zit het grondwater.
Meer weten
Ecologisch beheer
De naaldbossen maken geleidelijk plaats voor loofbos. Zomereik, berk, lijsterbes, hulst en braam krijgen de ruimte. Het dichtgegroeide heideveldje is hersteld. Bij het maaien van de graslanden blijven stroken gras staan voor insecten en vogels die hier beschutting en voedsel vinden. Ieder jaar wordt er een ecologische akker ingezaaid met graan en nectarbloemen. Er is een vijver aangelegd en langs de spoelwatersloot zijn flauwe taluds gemaakt. De natuur is hierdoor gevarieerder en de bodem rijker, wat een bron is voor goed drinkwater.
Overal langs de paden staat informatie over vogels die in het gebied voorkomen.